dinsdag 24 november 2009

Bomen en mijn ware zelf


Herfst 2009. De bomen zijn kaal en juist nu in hun pracht en trots te zien.
Dat deed de denken aan woorden van Thomas Merton:

"Een boom bewijst God eer door een boom te zijn. Want door te zijn wat God wil dat hij is, gehoorzaamt hij Hem. (…) Als hij zou proberen iets anders te zijn dan waartoe hij was bestemd, zou hij minder op God lijken en Hem daardoor minder eer bewijzen. (…) De vormen en individuele karakters van levende en groeiende dingen, van onbezielde wezens, van dieren en bloemen en van de hele natuur vestigen hun heiligheid onder Gods oog. Hun essentiële, onderscheiden kwaliteit is hun heiligheid. Het is het stempel van Zijn Wijsheid en Zijn Werkelijkheid in hen. (…) Dit blad heeft zijn eigen textuur, zijn eigen nervenaderpatroon en zijn eigen heilige vorm, en de baars en de forel, diep verborgen in de rivier, worden heilig verklaard door hun schoonheid en kracht. De meren, verscholen tussen de heuvels, zijn heiligen, en ook de zee is een heilige die God zonder ophouden prijst met haar majestueuze dans. De grote, gekliefde, halfnaakte berg is nog een van Gods heiligen. Niets is met hem te vergelijken. Hij is de enige, met zijn eigen karakter. Niets anders ter wereld imiteerde God ooit op die manier of zal het ooit doen. Dat is zijn heiligheid. (…)
Bomen en dieren hebben geen enkel probleem. God maakt ze tot wat zij zijn, zonder hen te raadplegen, en zij zijn volmaakt tevreden. Voor ons is dat anders. God laat ons vrij om te worden wat we willen worden, zoals we willen. We zijn vrij om echt te zijn of onecht. We kunnen echt of vals zijn, de keuze is aan ons."

Merton Thomas, New Seeds of Contemplation. NY: New Direction Books, 1962, 29-32. (Vert. Dirk Doms)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten