vrijdag 1 mei 2009

Ontvang wat je bent, en word wat je ontvangt


Ad de Keyzer, onze docent voor het onderdeel 'de spiritualtieit van de liturgie', spreekt van liturgie als een omvormingsproces.
Hij maakt daarbij onderscheid tussen twee aspecten waar het in de kerkdienst om gaat: gemeenschap en juiste gesteldheid.
Allereerst gaat het er om dat kerkgangers zich losmaken uit hun op zichzelf betrokken zijn en zich verbinden aan elkaar. Dat wil zeggen dat zij een gemeenschap gaan vormen. Zij zijn bijeen geroepen. Door God. Dat wil zeggen dat de reden en de oorzaak van deze gemeenschap niet ligt in hen zelf of in hun keus om daar te zijn.
Een tweede aspect is dat mensen in de juiste gesteldheid komen, ‘waardig zijn’ om het Woord te kunnen ontvangen.
Ook hier zitten een aantal elementen aan. Zoals Augustinus het zegt in zijn liturgie van de paasnacht: ontvangt wat gij zijt en wordt wat gij ontvangt. Deze woorden kun je de meest kernachtige samenvatting noemen van de liturgie als mystieke weg.

Ruimte van het vieren


Nou, ik zal het weten dat ik een opleiding volg aan een (rooms)katholieke instelling. De 'ruimte van het vieren' is het thema dat op een bevlogen manier wordt aangesneden (en opgediend) door Ad de Keyzer.
Ik word meegenomen in een omvorming van termen: 'Kerkdienst' heet nu 'viering', 'avondmaal' wordt 'eucharistie'. Dat is allemaal nog redelijk vertrouwd. Maar dat ik over kerkgangers leer spreken in termen als 'volk van God' dat is wel even wennen. En dat ik de functie van riten leer verstaan en nadenk over de rituele aspecten van de liturgie ook. Laat staan als er woorden vallen als 'participatio actuosa'. Dan kan ik niet anders dan me overleveren aan het ware kerklatijn.

Als rechtegaard protestant ben ik gewend om de liturgie in termen van functionaliteit te begrijpen. Waar dienst het voor? Wat betekent het? Elk gebaar of ritueel moet een duidelijke functie hebben. En anders legt de dominee het wel uit. Het liefst met veel woorden.
Er moet vooral niets geheimzinnigs aan de vormgeving van de eredienst zijn. Het gevaar is dat een kerkdienst plat en rationeel wordt. Het stijgt niet uit boven dat wat we zelf kunnen bedenken.

Met andere woorden: het mystagogisch element komt niet in beeld.
Met mystagogisch bedoel ik: dat wat ons invoert in het Geheim, het mysterie van het geloof.
Liturgie, het werk van het 'volk' is meer dan bijbeluitleg en het zingen van een lied. De liturgie zoals deze door de eeuwen heen ontstaan is, geeft een mystieke weg aan. Een weg waarlangs mensen tot God komen en God tot mensen nadert.
Het gaat in mystagogie om perspectiefverschuiving. Dat we niet alleen weten wat wij doen in de kerk, maar ook enigszins gaan aanvoelen wat God doet in de kerk.
Tot mijn vreugde herken ik in de uitgangspunten van het Dienstboek eenzelfde uitgangspunt: “Het is God zelf die zijn naam doet gedenken.”
He, dat is in ieder geval een verbinding tussen wat ik gewend ben en wat ik op het Titus Brandsmainstituut leer.

Geestelijke lezing


Vandaag heb ik mijn werkstuk Spirituele hermeneutiek afgerond. Ik vond het mooi om te ontdekken dat je naast exegetische vaardigheden ook jezelf mag inbrengen. Het gaat er ook om dat je zelf geraakt wordt, meekomt in wat de tekst bij jou teweeg brengt. Niet alleen willen begrijpen, maar begrepen worden.
Als uitgangspunt voor de opdracht koos ik het verhaal van Elia op de Horeb I Koningen 19).
Geestelijke lezing gaat uit ervan uit dat een bijbeltekst niet bedoeld is om te informeren (over wat Elia heeft meegemaakt), maar dat het lezen behulpzaam kan zijn om mensen te begeleiden in hun geestelijke groei.
Bij het lezen van de bijbel gaat het er niet om of je alles snapt wat er precies bedoeld wordt. Het gaat erom of je erdoor veranderd wordt naar het beeld van God dat in je gelegd is: licht en leven, vrede en recht, liefde en trouw.
Dit geeft al aan dat het een niet aflatend proces is. Want al doende in het dagelijkse leven toets je wat je ontdekt hebt.
Je ontdekt bijvoorbeeld dat je je herkend in de moedeloosheid van Elia. Dat je het wel wil opgeven. Maar onverwacht is er iets of iemand dat je zegt: doorgaan! Er is nog een weg te gaan. Die weg zag je zelf niet meer. Het is een ander die je de ogen opent. En die je daadwerkelijk helpt (met een beker water en een bete brood).

En zo ga je verder. Want gaandeweg wordt een inzicht, een gedachte getoetst en gezuiverd, steeds weer opnieuw.

Er komt een moment dat het genoeg is. Dat je er een punt achter wilt zetten. Het is mooi geweest.
Dat mag. Heel teder is het gebaar van de bode op het schilderij. Voorzichtig raakt de engel Eia aan.
Maar hij verstoort ook Elia's zelfbeeld. Hij huilt niet mee, maar laat een andere mogelijkheid zien. Een weg om te gaan.