dinsdag 14 juli 2009

nederigheid


Ad de Keyzer gaat in zijn college uitgebreid in op de notie van 'offer' in de mis. Een offer is een handeling waardoor de mens een gave als symbool van zijn zelfgave aan God aanbiedt. Daarmee laat hij zijn afhankelijkheid en betrokkenheid ten opzichte van God ten diepste zien.
In de mis worden de woorden gezegd: 'Moge de Heer dit offer uit uw handen aannemen...' Dat wil zeggen dat de gelovigen hiermee het 'eigengereide' uit handen geven en zich gewonnen geven aan God, zich met God verenigen.

We moeten wel opletten wanneer een term als nederigheid valt. Het gaat dan niet om een morele categorie ("je moet nederig zijn"), maar om een zijnscategorie.
Nederigheid is niet iets wat ik móet zijn, maar iets waarvan ik mij bewust ben dat ik het bén - in mijn verhouding tot God.
Willen wij onszelf wegschenken als offer aan God, dan kan dat alleen in een geest van nederigheid en met een vermorzeld hart.
Mijn leven kan alleen dan offer aan God zijn, wanneer ik mijn eigen ikkigheid volledig en onvoorwaardelijk ter beschikking wil stellen van de Ander en ik niet meer van mijzelf ben. Je kunt dus zeggen dat – in zekere zin – 'ik' vermorzeld ben als ik offer aan God ben geworden.
Deze nederigheid schept de mogelijkheid dat God mij als offer aanvaardt.
Het gaat om: "niet mijn wil maar uw wil geschiede", en: "mij geschiede naar uw woord."

1 opmerking:

  1. Geachte,
    Dank voor de heldere uitleg over het verschil tussen morele en zijnscatgorie.
    Ik wens u een fijne dag,
    Anne

    BeantwoordenVerwijderen