woensdag 5 december 2007

Jacopone van Todi

Met Hein Blommestein lezen we teksten uit de Franciscaanse traditie. Onder andere van de franciscaanse dichter en mysticus fra Jacopone van Todi, ook wel 'Gekke Japie' genoemd.
Hij wordt in 1294 genoemd als afgevaardigde naar paus Celestinus V om toestemming te vragen om even streng te mogen leven als Franciscus. Zijn handtekening staat onder een manifest van 10 mei 1297, gericht tegen paus Benedictus VIII. En later zijn er uitspraken van en verhalen over hem opgetekend. Maar hij wordt vooral beroemd door zijn Italiaanse en Latijnse gedichten en liederen, die nog eeuwenlang gelezen en gezongen zouden worden. En zelfs nu nog, want wie kent niet het Stabat Mater?



Wie om Christus waanzinnig is geworden,
lijkt gekweld en gepijnigd,

Maar hij is een leermeester, gedoctoreerd
in de natuur en in de theologie.

Wie om Christus waanzinnig wordt,
lijkt gek aan de mensen;

Wie deze ervaring niet heeft gehad,
lijkt het een ontsporing.

Wie deze leerschool wil binnengaan,
zal een nieuwe leer ontdekken.

Wie deze waanzin niet ervaart,
weet nog niet wat goed is.

Wie zich in deze dans wil scharen,
vindt mateloze minne;

Honderd dagen aflaat
voor wie hem uitjouwt.

dinsdag 13 november 2007

Tweede blok (vervolg)


De andere nieuwe docent is Hein Blommestein. Hij leidt ons in

Mystieke tekstlezing: Teksten uit de Franciscaanse traditie

Inleiding in de franciscaanse traditie

Tweede blok


Inmiddels is het tweede blok begonnen. Met twee nieuwe docenten en twee nieuwe onderwerpen.

Huub Welzen behandelt het thema In gesprek met de Schrift

In dit blok komt het volgende aan de orde:

Week 1: De praxis van de geestelijke lezing; Grondstructuur van de geestelijke lezing; De beginhouding
Week 2: De voltrekking van de tekst
Week 3: De inwendige dimensie
Week 4: De godsbetrokkenheid
Week 5: De mystieke dimensie
Week 6: De doorwerking

Het gaat bij deze benadering van het lezen van de bijbel om de ervaringslaag van de Schrift. Je kunt het vergelijken met een vriendschapsrelatie. Wanneer ik iemand met iemand bevriend ben, dan voel ik wat er in hem omgaat, ik weet of vermoed hoe zij de dingen aanvoelt, ik luister áchter de woorden naar zijn hart.

Zijn woorden neem ik niet `letterlijk′, want ik hoor zijn bewogenheid, ik raad zijn genegenheid. Als ik hem aanzie, aanraak, aanvoel, dan blijf ik niet bij de buitenkant staan, ik laat mij raken door zijn binnenkant die zich voor mij opent.
Dit gebeurt niet allemaal in één keer. Zoals vriendschap langzaam groeit en zich verdiept, zo gaat het ook met de Schrift.

Wanneer ik uitsluitend let op de `letter′, dan dood ik de zeggingskracht van de Schrift. Haar diepere bewogenheid blokkeer ik. Wanneer ik door de woorden heen lees, aanvoel wat er tussen de regels door gezegd wordt, een levende ervaringswereld aanvoel, dan krijgt de Schrift de kans die ze verdient. Zij wil haar binnenkant blootgeven.
De vroegchristelijke leraren zouden zeggen: zij wil haar `geestelijke zin′ prijsgeven en niet opgesloten blijven in de `letterlijke betekenis′. Met de `letterlijke betekenis′ begin je, maar je blijft bij deze buitenkant niet staan als je de Schrift respecteert.




dinsdag 23 oktober 2007

Thomas Merton en geestelijke begeleiding


Naast het boek van Joseph Allen lees ik een boekje van Thomas Merton over geestelijke begeleiding en meditatie. Het is heel helder geschreven en een mooie combinatie van ernst en relativering.

Een mooi gebed van Merton:
My Lord God
I have no idea where I am going.
I do not see the road ahead of me.
I cannot know for certain where it will end.
Nor do I really understand myself.
And the fact that I think I am following.
Your will does not mean I am actually doing so.

But I believe that the desire to please you
Does in fact please you.
And I hope I have the desire in all that I am doing.
I hope that I will never do anything apart from that desire.
And I know that if I do this you will lead me by the
right road though I may know nothing about it.

Therefore will I trust you always though I may
seem to be lost and in the shadow of death.
I will not fear for you are ever with me and
you will never leave me to face my troubles alone.

Thomas Merton

maandag 22 oktober 2007

Een oosters orthodoxe benadering




Voor de derde tweedaagse, eind oktober 2007, maken alle deelnemers een boekbespreking. Met een ander groepslid heb ik gekozen voor Joseph J. Allen, Inner way. Toward a rebirth of Eastern christian spiritual direction.



Mijn keus viel op dit boek vanwege mijn belangstelling voor het oosters orthodoxe geloof. Al op de middelbare school schreef ik een scriptie over ikonen en een studiereis naar Bulgarije heeft deze belangstelling opnieuw aangewakkerd.
Bovendien is de praktijk van geestelijke begeleiding ontstaan in het oosters christendom.

zondag 30 september 2007

C.O. Jellema en Meister Eckhart

Nieuw terrein voor mij. Mijn vriend en collega Peter van de Peppel had me ooit al eens gewezen op de dichter C.O. Jellema en in Trouw las de ik de artikelen van Jan Oegema over Eckhart. Maar verder was ik nooit gekomen. Ik ben benieuwd.

Eerst maar eens wat poëzie van Jellema gelezen:

Gij zijt mij meer dan ooit nabij,
ik hoef mijn hand maar uit te strekken
en aan uw zwakke plekken
weet ik: Gij -
Wanneer ik aan u denk, denk ik u staande,
maar zonder ongeduld om te vertrekken.
Gij zijt er - het vertrek wordt kamer,
een teken,
onooglijker, eenzamer,
ik heb naar u gekeken
en ik zag u niet,
een stemming overgaande
in stem, in lied.

zaterdag 29 september 2007

Vier weken verder

We volgen op woensdagmorgen college bij Frans Maas en Kees Waayman
Bij Frans Maas komen de volgende onderwerpen aan bod:
Week 1 - Wat is spiritualiteit?
Week 2 - Ervaring als spirituele categorie - de breedte en de diepte
Week 3 - Concrete persoonlijke gestalten – Etty Hillesum en Simone Weil
Week 4 - Confessionele gestalten: katholiek, protestants en orthodox
Week 5 - Mystiek en poëzie – de dichter C.O. Jellema en Meister Eckhart
Week 6 - Profielen in de tijdgeest - nieuw-religieuze en agnostische spiritualiteit
Aan de hand van diverse teksten krijgen we inzicht in de grondstructuur van het verschijnsel spiritualiteit. Wat me o.a. treft en wat ik boeiend vind is de veelvormigheid van dit fenomeen, verschillende benamingen voor het verschijnsel spiritualiteit.

Een paar voorbeelden:
Dag Hammerskjöld, secretaris generaal van de VN, een diplomaat en man van de wereld die - zo bleek pas na zijn dood toen men zijn dagboek vond - ook een mystieke binnenkant kende. Zijn teksten zijn niet makkelijk te lezen. Wel heel boeiend:
"Aan de grens - Als je zover gekomen bent dat je geen antwoord meer verwacht, zul je eindelijk zó kunnen geven, dat de ander kan ontvangen - en zich over het geschenk kan verheu­gen. Wan­neer de minnaar zelf bevrijd is van afhankelijkheid van zijn geliefde, omdat zijn liefde gerijpt is tot een stralend licht, welks wezen bestaat uit de ontbin­ding van het eigen ik in licht - dan zal ook de geliefde voltooid worden omdat zij vrij wordt van haar min­naar".

Etty Hillesum, joodse vrouw, die er vrijwillig voor kiest met de slachtoffers van het naziregime mee te gaan naar het kamp. Temidden van die gruwelijkheden klinken haar woorden wonderlijk zacht en teer. Maar ze getuigen ook van vervreemding: "Er zijn mensen, het is heus waar, die nog op het laatste ogenblik stofzuigers in veiligheid brengen en zilveren vorken en lepels in plaats van jou, mijn God. (...) En ze zeggen: mij zullen ze niet in hun klauwen krijgen. En ze vergeten dat men in niemands klauwen is, als men in jouw armen is"


Simone Weil, een Franse filosofe die uitgaat van het atheïsme, maar religieuze belevenissen meemaakt en gekweld door hevige hoofdpijnen, wordt ze overweldigd door de ervaring van goddelijke liefde, dwars door de fysieke pijn heen. "Tijdens deze diensten is de gedachte aan het lijden van Christus eens en voor altijd in mij doorgedrongen". Ze spreekt van een ‘werkelijk contact, van persoon tot persoon ... tussen mens en God. (...) Ik heb door het lijden heen de tegenwoordigheid van een liefde gevoeld, die overeenkomt met datgene, wat men in de glimlach van een bemind gelaat leest’.

Bij Kees Waayman lezen we teksten van Cassianus (zie een eerder bericht). Hij was één van de woestijnvaders. Naast de spiritualiteit van de kerkelijke gemeente en die van het gewone leven, ontstaat in de vierde eeuw een derde vorm van geestelijk leven.
Dit moment wordt trefzeker getypeerd in de merkwaardige spreuk: ‘De monnik moet vóór alles de vrouw en de bisschop ontvluchten’. De bisschop representeert in dit gezegde de christelijke gemeente van de derde eeuw, waarbinnen de asceet zich geen plaats had kunnen veroveren. De vrouw duidt op het familiale leven (trouwen, kinderen krijgen, een beroep uitoefenen, zich voegen naar de maatschappelijke ordeningen en de normale burgerplichten).
Cassianus onderzoekt deze eigenzinnige spiritualiteit door middel van interviews over hun uiterlijke en innerlijke leven.
De vreemdheid van de keuzes die deze mensen maken en de radicaliteit van de verzaking schrikken me nogal af. Aan de andere kant leer ik van hen een kritische houding van bevragen. En het gaat bij hen over vragen die ons allemaal bezig houden. Als je iets denkt, komt dat dan van God, uit jezelf of van de duivel. Ze maken heldere onderscheidingen tussen je werkdoel en je einddoel. Lastige en intrigerende mannen en vrouwen dus.

zaterdag 8 september 2007

Begonnen


De opleiding Geestelijke begeleiding is van start gegaan met een tweedaagse (maandag 3 en dinsdag 4 september) op Hydepark en de eerste colleges op woensdagmorgen 5 september aan de School voor Spiritualiteit (Titus Brandsma-instituut te Nijmegen).
De kleine groep bestaat uit elf collega's: kerkelijk werkers, predikanten en een pedagoge. We kwamen bij elkaar op Hydepark, Doorn. De cursus werd geleid door Carine Philipse en Gideon van Dam. Een derde docent, Jan van der Linden, verzorgde twee inleidingen (
een beeldmeditatie over Abraham en een inleiding over het schrijven van een spirituele biografie).

We bespraken onze huidige persoonlijke spirituele praxis aan de hand van de vraag:
Hoe geef ik nu vorm aan mijn geloven/geestelijk leven/spiritualiteit?

Alle deelnemers boden
een schriftelijk verslag van de afgelopen twee weken.

Vervolgens deden we een
Emmaüswandeling: hoe waardeer ik mijn spirituele praxis?

Daarna gingen we aan de slag met de beelden die wij hebben bij ons pastorale werk: welk beeld van mij als pastor komt het dichtstbij mij verlangen?

De woensdagmorgen werd (in Nijmegen) besteed aan colleges van Kees Waayman over de woestijnvaders en Frans Maas over spiritualiteit. De groep die college volgt is veel groter, ongeveer 60 deelnemers van diverse pluimage: religieuzen, predikanten, priesters.

woensdag 29 augustus 2007

Beginnen


Volgende week begint de opleiding geestelijke begeleiding. Met een tweedaagse op Hydepark en de eerste colleges op woensdag aan het Titus Brandsmanstituut.

Ik ben begonnen me in te lezen. Over Johannes Cassianus (ca. 360-435), een kluizenaar die leefde in de woestijn. Hij keerde zich af van de woestenij die de bewoonde wereld volgens hen geworden is, want daar zijn mensen zozeer verwikkeld in allerlei verbanden dat ze niet meer aan God toekomen.


Kun je alleen maar meer aan God toekomen door de wereld te ontvluchten?
Waar vind je de woestijn in je eigen leven?

Ik moet denken aan Thomas Merton die de rust van de abdij zoekt maar ontdekt dat het zo druk is met zijn 270 medebroeders in Gethsemani dat hij ook daar de stilte zelf moet creëeren. Je kunt de wereld wel ontvluchten, maar de grootste onrust draag je zelf met je mee. Merton gebruikt een sterk beeld: als je je helemaal op laat slurpen door wat je doet, ben je als een zwerver (een 'gek') die slaapt op het trottoir voor zijn huis in plaats er binnen te wonen waar het rustig is en warm.

Cassianus maakt onderscheid tussen het werkdoel en het einddoel. Vasten en waken zijn geen doel op zich. Het gaat om het bereiken van een zo groot mogelijke openheid en transparantie, om ruimte te scheppen voor God.

Zo noteert Cassianus een gesprek met de woestijnvader Abraham, die de ' geestelijke weg' vergelijkt met de bouw van een koepelgewelf. Bij iedere steen die de metselaar legt, bij iedere omtrek die hij maakt, laat hij zich leiden door een uiterst precies middelpunt. Laag na laag wordt rond dit middelpunt de koepel opgetrokken. Horizontaal en verticaal ontstaan rondingen rond dit ene middelpunt. Hoe meer de bouw vordert, hoe meer het onzichtbare midden zichtbaar wordt dat de koepel van binnenuit vormt. Zoals het Midden van de koepel niet in het platte vlak ligt, zo ligt ook het centrum van het religieuze leven buiten het vlak van onze menselijke manipulatie. Het is daarom belangrijk dit Midden open te houden. Op het moment dat wij het contact met het Midden verliezen of zelf de plaats van dit Midden innemen, verliest dit gebouw zijn werkelijke centrum, dat alleen in God gelegen is. (Gevonden in: Arjan Broers, Dwarsliggers in de naam van God). (Het voorbeeld is uit Johannes Cassianus, Collationes XXIV, 6)

vrijdag 29 juni 2007

Wat is de geestelijke weg?

... dat zal een zoektocht worden, nieuwe dingen ontdekken, oude beelden loslaten.
Een mooie gedachte:

"Bij een geestelijk proces vindt een verschuiving plaats van de concentratie van het ‘ik’ naar een andere werkelijkheid die je God kunt noemen. Niet jij staat in het middelpunt, maar de werkelijkheid van het leven dat je gegeven is."

studieverlof



Elke vijf jaar heeft een predikant in de Protestantse Kerk in Nederland een periode van drie maanden studieverlof. Ik heb er voor gekozen deze periode niet in één keer op te nemen maar me in te schrijven voor een driejarige opleiding. Eén dag in de week ga ik besteden aan deze opleiding.

Gedurende de eerste twee jaar volg ik (op woensdagmorgen) colleges aan het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen.









Daarnaast is er een leer/trainingstraject van zeven tweedaagsen op Hydepark en één in een klooster.

Tijdens de colleges wordt aandacht besteed aan theorievorming rond geestelijke begeleiding: spirituele hermeneutiek, mystieke tekstlezing, beschrijving en analyse van vormen van spiritualiteit, ascetische en mystieke omvormingsprocessen en ‘onderscheiding der geesten’. Ook leert men een spirituele autobiografie te analyseren.
Ieder blok wordt afgerond met het schrijven van een paper.

Het eerste jaar van het leer/trainingstraject op Hydepark staat in het teken van het reflecteren op de eigen geestelijke weg.
We doen ervaring op met het ontvangen van geestelijke begeleiding en leren hierop reflecteren. Dit gebeurt in de groep, maar ook ontvangt ieder in het eerste jaar acht maal persoonlijke geestelijke begeleiding en schrijft zelf een spirituele autobiografie.

Vanaf het tweede jaar valt de nadruk op het voeren van geestelijke begeleidingsgesprekken. Hierover ontvangt ieder acht keer supervisie. Ook leert men verschillende spirituele werkvormen hanteren.

In het derde jaar wordt een deel van het eigen werk als stage gekozen. Daarover vindt intervisie plaats. De opleiding wordt afgerond met het schrijven van een afstudeerwerkstuk.

Doel
Na deze opleiding hoop ik
– mijn kennis betreffende de christelijke traditie van spiritualiteit en mystiek uitgebreid en verdiept te hebben;
– te kunnen reflecteren op de eigen spiritualiteit en de geestelijke weg met behulp van inzichten uit deze traditie (mystagogie);
– vaardigheden met het oog op geestelijke begeleiding ontwikkeld te hebben;
– de spirituele attitude die hierbij past in te oefenen.