woensdag 18 januari 2012

Mijn eigen ervaring met geestelijke begeleiding


Het schrijven van mijn afrondend werkstuk is ook een goed moment van evalueren. Wat en waar heeft het me gebracht?
De opleiding aan de School voor Spiritualiteit van het Titus Brandsma-Instituut heeft me geholpen op een andere manier naar onszelf, naar God en de wereld te leren kijken. Minder naar mijzelf en vaardigheden, minder alleen naar de ander, en meer naar God. En vanuit God. En juist daardoor beter naar mezelf en naar de ander.
Het richtpunt van mijn leven werd langzaam aan verlegd: minder vanuit mezelf of de ander en meer gaan kijken vanuit God naar mezelf, de wereld en de ander. Meer proberen te zien zoals God ziet. Naar zijn aanwezigheid en werkzaamheid.

Dit verschuiven van het accent betekent niet dat ik er weer een nieuwe taak bij gekregen heb. Zoals mijn vroegere buurvrouw, zelf therapeute, zei toen ik haar uitlegde met welke opleiding in bezig was: “Maar dat doe je toch al lang?”
Dat is waar en toch ervoer ik het als nieuw, of in ieder geval vernieuwend.
Dat is niet vanzelf gegaan, het vraagt inoefening, aandacht en stilte. Gelukkig bood de opleiding drie jaar lang de tijd. En zit ik nu in reservetijd.

Hoewel termen als ‘heilig luisteren’, ‘geestelijk’ en ‘soulfriend’ veelvuldig vallen, heeft de opleiding geen vromer mens van me gemaakt en ben ik er ook niet zweveriger van geworden. Integendeel.
Ook heb ik ontdekt dat mystiek geen term is die het hogere geestelijke leven van de grote spirituele leiders aanduidt.
Er is veel aandacht voor mystiek. Een tak van geloofssport waar ik niet veel mee kon. Natuurlijk, sommige teksten van Thomas Merton en Augustinus vond ik mooi. Maar soms ook te mooi om waar te zijn.
Gaandeweg heb ik geleerd dat mystiek geen zelfstandig naamwoord is. Geen aparte tak van sport. Mystiek is een bijvoeglijk naamwoord. Wat de opleiding mij geleerd heeft, is vooral een nieuwe manier van kijken. Ik heb geen andere techniek van preken of pastoraat geleerd. Maar wel om dat met een mystieke bril op te doen. Het is alsof je met of zonder 3-d-bril naar een film kijkt. Je ziet hetzelfde, maar met 3-d zie je meer. Meer diepte, meer leven.
In geestelijke begeleiding gaat eerst en vooral over het gewone leven. En met spiritualiteit wordt men geen ideaalbeeld bedoeld, maar geleefde geloofsbeleving. Het gewone, alledaagse leven waarin we onszelf en anderen tegenkomen. Waar vrijwel niets gaat zoals we zouden verwachten op grond van ons geloof en Gods beloften.
Je kunt intens blij zijn met een bepaalde gebeurtenis of genezing, maar een tel later kan heel je zorgvuldig opgebouwde leven in elkaar storten als een kaartenhuis.
Vanuit de scopus van de geestelijke begeleiding kun je ontdekken dat dit niet het einde van geloven behoeft te zijn. Zo’n nulpunt kan immers soms een keerpunt zijn. Een keerpunt waarin God ons tegemoet komt. Een keerpunt dat ons bewust kan maken van de essentie van het leven.

Dat is geen nieuwe visie, maar een wijsheid die de woestijnmonniken al hebben geformuleerd. Zij wisten dat reflectie op de Schrift reflectie is op jezelf, en dat kennis van God leidt tot kennis van jezelf. Cassianus gaf al aan dat een mens slechts dan kennis van God verkrijgt wanneer hij van binnenuit Gods Woord leert verstaan en doen.

5 opmerkingen:

  1. Mooi beeld, dat van die 3 D bril....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi stuk! Weet nog niet precies hoe ik dit stuk op een leuke manier aan mijn blog koppel.

    Iedere (predikant) die 'zichzelf' te serieus neemt zou die opleiding moeten doen (dit is grappig bedoeld!). Dat 'geloofsleven' leren leven met niets / op dat nulpunt is pas echt avontuurlijk en ben ik als helaas heel laat mooi gaan vinden!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dat geldt ook voor mij: veel te laat heb ik je lief gekregen... Maar nu dan toch wel!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat een mooi blog! Fijn dat het je zoveel diepte heeft gebracht, deze studie!

    BeantwoordenVerwijderen